Moslims in de mist
31 oktober 2012
De naam van de chauffeur blijft onduidelijk. Mr. New zegt hij, maar zijn Engels is zeer beperkt. Dus blijven onze conversaties hangen bij yes, no, good, no good, photo, let's go,cijfers. Het is vanaf Lanzhou ongeveer 8 uur rijden naar Langmusi, een Tibetaans dorp in China. De rit begint met een weg vol haarspeldbochten, langs terrassen op berghellingen. Dan opeens rijden we door dorpen met enkel moslims. Muslims no good, zegt de chauffeur. Dat blijft hij herhalen, bij iedere moslim die we zien, en dat zijn er veel. Ze zitten op transportwagens met schapen, met z'n vieren op een brommer, met het hele gezin in de auto gepropt. Why, zeg ik als ik het zat ben. De chauffeur maakt een gebaar van een geweer, en van schieten. Een zeer plotseling opgekomen mist maakt een einde aan een eventuele discussie. We zien hooguit 5 meter. Auto's toeteren, rijden met knipperlichten, maar vanwege de vele bochten en de vele voetgangers die op vrijdag naar de moskee gaan, zetten we de auto aan de kant en wachten tot de mist optrekt. De chauffeur laat een foto zien van zijn zoon van 17 jaar en zijn dochter van 7. Hij vraagt naar mijn kinderen, snapt niet dat ik die niet heb. No good.
Na een half uur rijden we voorzichtig verder, door een nog steeds witte roes. Heel langzaam wint de zon terrein en zie ik steeds meer omgeving. Lemen huizen. Schuttingen met majestueuze deuren. Als die open staan zie ik rommelige binnenplaatsen en huizen met een glazen voorpui. Als we de bergen uit zijn en in een stad rijden is er opeens een opstopping. Overal op de weg staan auto's geparkeerd, overal lopen moslimmannen op de weg. Ze komen net uit de moskee en zijn nu op zoek naar hun voertuig. No good, zegt de chauffeur.
We maken een stop bij de smerigste wc die ik ooit heb gezien. Het kost me grote moeite er gebruik van te maken, maar 8 uur rijden is lang. Geen idee of onder dit gat een diepe put zit, zoals gebruikelijk. Alle, deels nog verse, uitwerpselen van mijn voorgangsters liggen hoog opgestapeld.
Op sommige kruispunten staan militairen achter een schild, een toegang te versperren. Volgens de chauffeur vanwege de Muslims. No good.
We komen aan in Langmusi. Het dorp bestaat uit een paar ongeasfalteerde straten. Per straat zijn er talloze bouwplaatsen. Overal kleurrijk aangeklede mensen op straat, mannen met overjassen met hele lange mouwen, vrouwen met lappen om de heupen en vaak een kind op de rug gebonden.
Het hotel heeft een oostblok-uitstraling, mede door de militairen die er kennelijk verblijven, ik zie kamers met een helm op het kussen, en de tijd doden met klusjes en de etage schoonmaken. Geen overbodige luxe. De tv in mijn kamer is stuk, evenals 4 van de 5 lampen, en in het doucheputje ligt een dot haren. De chauffeur heeft kamer naast me, hij heeft al aangeboden me de komende dagen op sleeptouw te nemen. Zodra hij zijn vocabulaire uitgebreid blijkt te hebben met I like you, en you and me gaat mijn deur structureel op slot.
In dit dorp heb je twee kloosters. We zitten hier op de rand van de Gansu-regio en de Suchuan-regio, beiden zijn vertegenwoordigd. Het is niet een klooster zoals wij dit kennen, niet één gebouw met wat grond eromheen. Beide kloosters zijn een dorp binnen een dorp, met meerdere tempels en daartussen huizen waar naast monniken gezinnen wonen. Het geloof wordt bijzonder serieus genomen, mensen lopen rondjes om de tempels, aanbidden de diverse beelden en sommige vrouwen heffen hun handen ten hemel, knielen, gaan languit en komen dan weer overeind om dit te herhalen, tot ze bovenaan een heuvel zijn of aan de ingang van een tempel.
In het dorp vinden nog sky burials plaats. Dat betekent dat een dode bovenop een heuvel wordt gelegd, in stukken wordt gesneden en dan achtergelaten wordt voor de dieren. De chauffeur nodigt me uit naar die plek, ook als we op zondag een dode op de grond zien liggen, klaar voor vertrek naar boven, met wenende vrouwen er tegenover. Ik voel enige nieuwsgierigheid, maar mijn gevoel dat het ongepast is plus de vraag of ik zoiets echt wel wil zien, overwinnen. Daarnaast werkt de chauffeur nogal op mijn zenuwen en zeg ik automatisch nee op alles wat hij aanbiedt. Ik ontdek een cafe waar ik heerlijke warme chocolademelk kan drinken, de mensen kan bespieden en fijn boeken kan lezen. Er is hier geen internet, dat heeft 'the government' bepaald. That's China, zegt de eigenaresse schouderophalend.
Maandags rijden we terug. Bij een benzinepomp begint de chauffeur tegen me te roepen. Ik reageer traag, snap niet wat hij wil. Kennelijk mogen er geen passagiers in een auto als je hier tankt, samen met een groep lotgenoten sta ik op de hoek te wachten, terwijl verderop een aangereden jongen wordt opgehaald door een ambulance.
Het waren bijzonder interessante dagen, maar het afscheid van de chauffeur valt me niet zwaar.
No good
Altijd gezellig. Een goede reis verder!
Met groot genoegen lees ik al je verhalen. Je maakt wat mee daar in het verre Azie. En jah, van die openbare toiletten, ik had het verdrongen maar omdat jij erover schrijft komt het weer naar boven. Ook het prosterneren heel bijzonder om te zien.
Je reisgezelschap is niet altijd even charmant, als ik het zo lees. Dat is best wel jammer. Misschien een volgende reservering in een twee(een)persoonscouchette te doen. Ben je van alle geluiden verlost en kun je met een gerust hart slapen. Is good. Geweldig om direct deelgenoot te zijn van je reis. Ik geniet van je verslag en kijk uit naar de volgende. En jah, reizen is afzien. Maar wel leuk.
Geniet van alles. Hartelijke groet, Simone
@Marjan: jaaaaaaa! Ik kom heel graag weer eens gezellig eten!
@Bas: ben gelukkig niet zo van de shirts met opdrukken. 1 Met no good lijkt me niet zo bevorderlijk voor mijn zelfvertrouwen. ;-)
Groetjes en sterkte, papa en mama